ECLI:NL:HR:2011:BR2983
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzet en bewijsvoering bij vernieling onder invloed van medicijnen en alcohol
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1971, was eerder veroordeeld voor vernielingen en bedreiging met een mes. De feiten vonden plaats op 8 maart 2009, toen de verdachte onder invloed van medicijnen en alcohol vernielingen aanrichtte bij de [A] Stichting en een agent bedreigde. De politierechter had vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk verschillende goederen had vernield, maar de verdediging voerde aan dat de verdachte niet opzet had op de vernielingen vanwege de combinatie van medicijnen en alcohol. De Hoge Raad oordeelde dat uit de bewijsmotivering niet kon worden afgeleid dat de verdachte wist dat de door hem ingenomen medicijnen niet in combinatie met alcohol mochten worden gebruikt. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, omdat de wetenschap van de verdachte over de combinatie van medicijnen en alcohol niet voldoende was aangetoond. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling.