ECLI:NL:HR:2011:BR2095
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de afwijzing van een verzoek tot hernieuwde oproeping van niet verschenen getuigen centraal staat. De Hoge Raad heeft op 27 september 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 10/04455. De verdachte, geboren in 1979 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Flevoland', had via zijn advocaat, mr. M.L.M. van der Voet, middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam voor hernieuwde behandeling.
De zaak betreft een hoger beroep dat voortvloeit uit een eerdere uitspraak van het Gerechtshof, waarin het hof had besloten om niet over te gaan tot hernieuwde oproeping van de getuigen, ondanks dat deze getuigen behoorlijk waren opgeroepen maar niet verschenen. Het hof oordeelde dat het onaannemelijk was dat deze getuigen binnen een aanvaardbare termijn ter terechtzitting zouden verschijnen. De Hoge Raad oordeelde echter dat deze afwijzing onbegrijpelijk was, aangezien de enkele omstandigheid dat getuigen niet verschenen onvoldoende grond vormt om te concluderen dat zij niet binnen een aanvaardbare termijn zouden kunnen verschijnen.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden behandeld. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging bij het afwijzen van getuigenverzoeken en de noodzaak van een deugdelijke motivering door de lagere rechters.