ECLI:NL:HR:2011:BR2053
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake bewezenverklaring en bewijsvoering in een strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal van speelgoed uit de winkel Bart Smit in Utrecht op 3 december 2007, tezamen en in vereniging met anderen. De verdachte had een bekennende verklaring afgelegd, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze verklaring niet alle onderdelen van het bewezenverklaarde dekte. De Hoge Raad stelde vast dat de verklaring van de verdachte niet duidelijk en ondubbelzinnig was, met name omdat deze niet inhield dat de verdachte het feit tezamen en in vereniging met anderen had gepleegd. Dit leidde tot de conclusie dat het oordeel van het Hof dat de verdachte het bewezenverklaarde had bekend, onbegrijpelijk was. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof Arnhem voor een nieuwe behandeling van de zaak. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak dat een bekentenis alle elementen van het ten laste gelegde feit dekt.