ECLI:NL:HR:2011:BR2047

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01805
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen voormalig echtelieden over hoogte kinderalimentatie

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over de hoogte van de kinderalimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De beschikking van het hof, gedateerd 2 februari 2010, volgde op een eerdere beschikking van de rechtbank Haarlem van 7 april 2009. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft het geding in feitelijke instanties en het geding in cassatie beoordeeld. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 16 september 2011 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de man werd verworpen. De beschikking is uitgesproken door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en C.A. Streefkerk. De uitspraak is openbaar gedaan, waarbij J.C. van Oven de beschikking heeft uitgesproken.

Uitspraak

16 september 2011
Eerste Kamer
10/01805
DV/RA
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 152118/2008-4208 van de rechtbank Haarlem van 7 april 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.037.295/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 2 februari 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 16 september 2011.