ECLI:NL:HR:2011:BR1112

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03217
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie na terugverwijzing door de Hoge Raad

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) in de vervolging van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor meerdere strafbare feiten. Na een eerdere vernietiging van de uitspraak door de Hoge Raad, was het Hof gebonden aan de terugwijzingsopdracht van de Hoge Raad. De verdachte had verweren gevoerd die strekten tot de niet-ontvankelijkheid van het OM, maar het Hof heeft zich terecht onthouden van een beslissing hierover, aangezien de Hoge Raad had bepaald dat de ontvankelijkheid niet meer aan het oordeel van het Hof was onderworpen. Het Hof had echter wel alle relevante omstandigheden voor de strafoplegging in zijn oordeel moeten betrekken, inclusief die welke betrekking hebben op het beroep op strafvermindering op basis van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Dit verzuim leidde tot de vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbeoordeling van de strafoplegging.

Uitspraak

20 december 2011
Strafkamer
nr. 09/03217
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 juli 2009, nummer 20/001154-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het eerste en het tweede middel
2.1. Het eerste middel klaagt dat het Hof "een te beperkte invulling (heeft) gegeven aan de terugwijzingsopdracht van de Hoge Raad". Het tweede middel klaagt dat het Hof niet gemotiveerd heeft beslist op door de verdachte gevoerde verweren, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging.
2.2. Het procesverloop in deze zaak is als volgt geweest. Bij arrest van 8 maart 2006 heeft het Hof de verdachte ter zake van 1. "opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden", 2. "bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht" en 3. "belaging" veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft tegen dat arrest beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bij arrest van 11 maart 2008 gedeeltelijk vernietigd. De beslissing van de Hoge Raad luidt als volgt:
"vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige."
2.3. De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, het volgende in:
"Door de verdachte is ter zake van het optreden van politie en justitie, de bewijsvergaring, de dossiersamenstelling, de procesvoering en de bewezenverklaring aangevoerd, dat daarbij schendingen van het recht, met name van de beginselen van een goede procesorde, het Wetboek van Strafvordering en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) hebben plaatsgevonden, en daaraan de consequenties verbonden dat het openbaar ministerie in de strafvervolging niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel bewijsuitsluiting moet volgen, dan wel dat strafvermindering of -uitsluiting passend is.
Het hof verwerpt deze verweren omdat zij, gelet op de aard en inhoud ervan en de fase waarin deze zijn gevoerd, buiten het bestek vallen van de terugwijzingsopdracht van de Hoge Raad."
2.4. De rechter naar wie de Hoge Raad na vernietiging van een uitspraak de zaak heeft verwezen of teruggewezen, is gebonden aan de door de Hoge Raad gegeven beslissing. Dit brengt mee dat ingevolge de hiervoor onder 2.2 weergegeven beslissing van de Hoge Raad de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging te dezen niet meer aan het oordeel van het Hof was onderworpen zodat het Hof zich terecht heeft onthouden van een beslissing op de door de verdachte gevoerde verweren, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging. Het tweede middel faalt dus.
2.5. Voormelde beslissing van de Hoge Raad houdt in dat het Hof de zaak - voor zover krachtens de terugwijzing aan zijn oordeel onderworpen - opnieuw diende te berechten. Dit brengt mee dat het Hof alle voor de strafoplegging van belang zijnde omstandigheden in zijn oordeel diende te betrekken, waaronder begrepen die welke ten grondslag zijn gelegd aan het op art. 359a Sv steunende beroep op strafvermindering. Het eerste middel klaagt terecht dat het Hof dit heeft verzuimd.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak wat betreft de strafoplegging op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 20 december 2011.