ECLI:NL:HR:2011:BR0529

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03122 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van vonnis door verzuim in bewijsmiddelen in Antilliaanse strafzaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is gebracht, betreft het een beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 8 april 2010. De verdachte, geboren in 1962, had beroep ingesteld tegen het vonnis waarin het Hof verzuimd had de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen, zoals vereist door artikel 402, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering voor de Nederlandse Antillen (SvNA). Dit verzuim leidt volgens artikel 402, zevende lid, SvNA tot nietigheid van het vonnis. De advocaat van de verdachte, mr. C. Wendenburg, had een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest was gehecht.

De Advocaat-Generaal Vegter had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zodat de zaak opnieuw op het bestaande hoger beroep kan worden berecht en afgedaan. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof in zijn vonnis niet de inhoud van de bewijsmiddelen had opgenomen, wat in strijd is met de wettelijke vereisten. Dit gebrek is van zodanige aard dat het vonnis niet in stand kan blijven.

Op 12 juli 2011 heeft de Hoge Raad dan ook het bestreden vonnis vernietigd en de zaak verwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

12 juli 2011
Strafkamer
nr. 10/03122 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 8 april 2010, nummer H-177/2009, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende op [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het bestreden vonnis in strijd met art. 402, eerste lid, SvNA niet de inhoud der gebezigde bewijsmiddelen bevat.
2.2. Art. 402 SvNA luidt, voor zover hier van belang:
"1. Het vonnis bevat het tenlastegelegde alsmede de inhoud van de bewijsmiddelen, voor zover deze tot bewijs daarvan geldt.
(...)
7. Alles op straffe van nietigheid."
2.3. Onder de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
a. het bestreden vonnis van 8 april 2010, dat onder "de bewijsmiddelen" inhoudt:
"Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in geval van cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen."
b. een bijlage bevattende de bewijsmiddelen, vastgesteld en getekend op 20 juli 2010, behorende bij voormeld vonnis.
2.4. Het Hof heeft verzuimd in het bestreden vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Ingevolge art. 402, zevende lid, SvNA leidt dit verzuim tot nietigheid.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 juli 2011.