ECLI:NL:HR:2011:BR0466

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00923
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek en de uitspraak door ontbrekende pleitnotities in cassatie

Op 20 september 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 10/00923. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 augustus 2009. De verdachte, geboren in 1969, had zijn verdediging laten voeren door mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht. De advocaat stelde een middel van cassatie voor, dat aan het arrest was gehecht. De Advocaat-Generaal Vegter concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig was, omdat de pleitnotities van de raadsman van de verdachte ontbraken in de stukken van het geding. Dit gebrek was zo ernstig dat het niet mogelijk was om na te gaan of er meer verweren waren gevoerd dan in het bestreden arrest waren genoemd. De Hoge Raad stelde vast dat dit verzuim in strijd was met een behoorlijke procesorde en dat het onherstelbaar was, wat leidde tot de conclusie dat de uitspraak niet in stand kon blijven.

De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan. Deze beslissing benadrukt het belang van een correcte procesvoering en de noodzaak om alle relevante stukken, zoals pleitnotities, bij de stukken van het geding te voegen.

Uitspraak

20 september 2011
Strafkamer
nr. S 10/00923
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 augustus 2009, nummer 22/004862-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 augustus 2009 en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsman bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnotities zich niet bij de stukken van het geding bevinden.
2.2. Blijkens het proces-verbaal van voormelde terechtzitting heeft de raadsman van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Dit proces-verbaal houdt daaromtrent in:
"De raadsman voert het woord tot verdediging overeenkomstig zijn overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnotities. Daarbij deelt de raadsman mede dat hij het daarin vervatte verweer ter zake van het onder 4 tenlastegelegde niet herhaalt in verband met de wijzing tenlastelegging."
2.3. De in dit proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan de in het bestreden arrest genoemde dan wel of aldaar uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht.
2.4. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het nu het blijkens bij het Hof ingewonnen informatie onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
2.5. Het middel is gegrond.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 20 september 2011.