ECLI:NL:HR:2011:BR0466
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek en de uitspraak door ontbrekende pleitnotities in cassatie
Op 20 september 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 10/00923. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 augustus 2009. De verdachte, geboren in 1969, had zijn verdediging laten voeren door mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht. De advocaat stelde een middel van cassatie voor, dat aan het arrest was gehecht. De Advocaat-Generaal Vegter concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad oordeelde dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig was, omdat de pleitnotities van de raadsman van de verdachte ontbraken in de stukken van het geding. Dit gebrek was zo ernstig dat het niet mogelijk was om na te gaan of er meer verweren waren gevoerd dan in het bestreden arrest waren genoemd. De Hoge Raad stelde vast dat dit verzuim in strijd was met een behoorlijke procesorde en dat het onherstelbaar was, wat leidde tot de conclusie dat de uitspraak niet in stand kon blijven.
De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan. Deze beslissing benadrukt het belang van een correcte procesvoering en de noodzaak om alle relevante stukken, zoals pleitnotities, bij de stukken van het geding te voegen.