ECLI:NL:HR:2011:BR0117
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een verzoek tot cassatie van de vrouw in een echtscheidingsprocedure. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, die op 10 augustus 2010 is gegeven. De man, vertegenwoordigd door mr. P.I.A. Strijdhorst, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Haarlem en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer in overweging genomen, die strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de vrouw heeft hierop gereageerd met een brief van 8 juli 2011. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vrouw verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 16 september 2011 door de vice-president en de raadsheren, waarbij de beslissing is genomen dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.