ECLI:NL:HR:2011:BR0116

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01687
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overeenkomst van borgtocht in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 10/01687. De eiser, wonende in het Verenigd Koninkrijk en vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de uitleg van een overeenkomst van borgtocht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Haarlem en het arrest van het hof, waartegen de eiser beroep in cassatie heeft ingesteld. De advocaat van de verweerder, Fiat Group Automobiles Netherlands B.V., is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was om het beroep van de eiser te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Fiat zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de uitleg van overeenkomsten in het civiele recht, specifiek met betrekking tot borgtocht.

Uitspraak

23 september 2011
Eerste Kamer
10/01687
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
FIAT GROUP AUTOMOBILES NETHERLANDS B.V.,
kantoorhoudende te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Fiat.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 121941/HA ZA 06-262 van de rechtbank Haarlem van 10 oktober 2007 en 12 maart 2008;
b. het arrest in de zaak 200.004.287/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 17 november 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Fiat is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Fiat begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 september 2011.