ECLI:NL:HR:2011:BQ9851
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlening van vervangende toestemming voor verkoop van de echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verkoop van de echtelijke woning na een echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, waarin de vrouw, verweerster in cassatie, had verzocht om het beroep te verwerpen. De man had geen toestemming verleend voor de verkoop van de echtelijke woning, zoals vereist door artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) niet verder te motiveren, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.