ECLI:NL:HR:2011:BQ9851

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04280
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlening van vervangende toestemming voor verkoop van de echtelijke woning na echtscheiding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verkoop van de echtelijke woning na een echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, waarin de vrouw, verweerster in cassatie, had verzocht om het beroep te verwerpen. De man had geen toestemming verleend voor de verkoop van de echtelijke woning, zoals vereist door artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) niet verder te motiveren, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

23 september 2011
Eerste Kamer
10/04280
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats]
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.S. van der Keur.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 430290/FA RK 09-4501 van de rechtbank Amsterdam van 16 december 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.059.895/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 29 juni 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 september 2011.