ECLI:NL:HR:2011:BQ9115
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door gebrekkigheid van een bloementeeltlicentie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een geschil over een bloementeeltlicentie. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak betreft de vraag of er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de licentieovereenkomst en of de verweerster aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit de gebrekkigheid van een nieuw ras.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van de eiser in de middelen niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.
De Hoge Raad heeft de eiser bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 2.372,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door de voorzitter, E.J. Numann, en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot verbintenissenrecht en aansprakelijkheid.