ECLI:NL:HR:2011:BQ9108

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05292 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van vonnis door verzuim bewijsmiddelen in Antilliaanse strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak betreft een verdachte die gedetineerd was in het Huis van Bewaring 'Bonaire' te Kralendijk. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. C. Wendenburg. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof verzuimd had om in het vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen, zoals vereist door artikel 402, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering voor de Nederlandse Antillen (SvNA). Dit verzuim leidt, conform artikel 402, zevende lid, SvNA, tot nietigheid van het vonnis. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele waarborgen in strafzaken, met name de noodzaak om bewijsmiddelen expliciet in het vonnis op te nemen. Dit is cruciaal voor de rechtsbescherming van de verdachte en de transparantie van de rechtspraak. De Hoge Raad bevestigt hiermee dat een gebrek in de motivering van een vonnis kan leiden tot nietigheid, wat de rechtsgang en de waarborging van een eerlijk proces onderstreept.

Uitspraak

13 september 2011
Strafkamer
nr. 10/05292 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 10 juni 2010, nummer H 63/2010, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring "Bonaire" te Kralendijk.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt dat het bestreden vonnis in strijd met art. 402, eerste lid, SvNA niet de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen bevat.
2.2. Art. 402 SvNA luidt, voor zover hier van belang:
"1. Het vonnis bevat het tenlastegelegde alsmede de inhoud van de bewijsmiddelen, voor zover deze tot bewijs daarvan geldt.
(...)
7. Alles op straffe van nietigheid."
2.3. Onder de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
a. het bestreden vonnis van 10 juni 2010, dat onder "de bewijsmiddelen" inhoudt:
"Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in geval van cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen."
b. een bijlage bevattende de bewijsmiddelen, getekend op 16 juli 2010, behorende bij voormeld vonnis.
2.4. Het Hof heeft verzuimd in het bestreden vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Ingevolge art. 402, zevende lid, SvNA leidt dit verzuim tot nietigheid.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 13 september 2011.