ECLI:NL:HR:2011:BQ9102
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beslag en teruggave van inbeslaggenomen voorwerp
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank te Haarlem. De zaak betreft een klaagschrift ingediend door de klager, die verzocht om opheffing van het gelegde beslag en teruggave van een inbeslaggenomen bestelauto. De Rechtbank had het klaagschrift ongegrond verklaard en de teruggave van de bestelauto aan een derde gelast. De klager, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.L. Kranendonk, stelde dat het Openbaar Ministerie in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde had gehandeld door een kennisgeving uit te laten gaan, terwijl er al een klaagschrift tot teruggave was ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat de opvatting dat de Officier van Justitie niet meer vrijstaat om een beslissing te nemen na indiening van een klaagschrift geen steun vindt in het recht. De Hoge Raad verwierp het beroep van de klager, waarbij werd opgemerkt dat de overige middelen niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet klagen over het door de Rechtbank gegeven bevel tot teruggave. De beslissing werd genomen door de vice-president en twee raadsheren in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting.