ECLI:NL:HR:2011:BQ8879
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Uitleg van bankgarantie in het verbintenissenrecht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Straet Holding B.V. en Deutsche Hypothekenbank Aktiengesellschaft over de uitleg van een bankgarantie. De Hoge Raad heeft op 16 september 2011 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties. De rechtbank Amsterdam had eerder in 2006 en 2007 vonnissen gewezen, en het gerechtshof Amsterdam had in 2009 en 2010 arresten uitgesproken. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken voor het verloop van het geding.
Straet Holding B.V., vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Garretsen, heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. Deutsche Hypothekenbank, aanvankelijk vertegenwoordigd door mr. G. Snijders en later door mr. J.W.H. van Wijk, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie ook geadviseerd om het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Straet in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een bedrag van € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven.