ECLI:NL:HR:2011:BQ8682
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Herziening van een transactie afgedane zaak
Op 21 juni 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/05541 H, betreffende een aanvrage tot herziening van een met een transactie afgedane strafzaak, nummer 05/519032-07. De aanvrager, geboren in 1956 en wonende te [woonplaats], heeft verzocht om herziening van de eerder genomen beslissing. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de aanvrage tot herziening niet kan leiden tot een herziening van de uitspraak, omdat er geen sprake is van een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit betekent dat de aanvrage niet ontvankelijk is. De Hoge Raad heeft derhalve besloten om de aanvrage niet-ontvankelijk te verklaren. Het arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in aanwezigheid van waarnemend griffier S.C. Rusche.