ECLI:NL:HR:2011:BQ8129
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij aanrijding tussen vrachtwagen en personenauto zonder voorrang
In deze zaak gaat het om een aanrijding tussen een vrachtwagen en een personenauto waarbij de bestuurder van de personenauto ten onrechte geen voorrang verleende. De Hoge Raad heeft op 23 september 2011 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, die was ingediend door de eiseres tegen het arrest van het gerechtshof te Arnhem. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.H. Vermeulen, had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 1 juni 2010 was gewezen. De verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Zutphen en het arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier was om het cassatieberoep te verwerpen op basis van artikel 81 RO. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de opmerking dat de klachten geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en veroordeelt de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot onrechtmatige daad en aansprakelijkheid.