ECLI:NL:HR:2011:BQ8108
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot betaling onbetaald gebleven premies in verzekeringsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een vordering tot betaling van onbetaald gebleven premies in het verzekeringsrecht. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn, dat op 17 augustus 2010 was gewezen in de zaak met nummer 959851/CV EXPL 10-1418. De Hoge Raad verwijst naar dit vonnis, dat aan het arrest is gehecht. De eiser werd in de procedure vertegenwoordigd door advocaat mr. C. van Slee, terwijl de verweerder, N.V. UNIVÉ SCHADE, niet verschenen was. De zaak werd behandeld zonder nadere toelichting van de eiser, en tegen Univé werd verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was om het cassatieberoep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens werd de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Univé Schade op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het middel waren aangevoerd niet tot cassatie konden leiden, en dat een nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter, samen met de raadsheren W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer W.A.M. van Schendel op de datum van uitspraak.