ECLI:NL:HR:2011:BQ7499
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake voorlopige aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën ongegrond verklaard. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 11 november 2010 was gedaan in de zaak met nummer P09/00617. De kwestie betrof een aan de belastingplichtige, aangeduid als X, opgelegde voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de overwegingen van het Gerechtshof bevestigd en de argumenten van de Staatssecretaris verworpen. De uitspraak van het Gerechtshof bleef daarmee in stand, wat betekent dat de voorlopige aanslag zoals opgelegd aan X niet werd vernietigd. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de reikwijdte van de bevoegdheden van de Staatssecretaris in het kader van voorlopige aanslagen en de toetsing daarvan door de rechter verduidelijkt.