ECLI:NL:HR:2011:BQ7054
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een vaststellingsovereenkomst inzake beëindiging van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een vaststellingsovereenkomst die was overeengekomen inzake de beëindiging van een arbeidsovereenkomst. De eiseres, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 8 september 2009 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder het vonnis van de kantonrechter van 18 juni 2007. De vereniging Nederlands-Duitse Handelskamer (NDHK) was de verweerder in cassatie en had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal M.H. Wissink had in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De advocaat van de eiseres heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en veroordeelt de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van NDHK zijn begroot op € 511,34 voor verschotten en € 2.200,-- voor salaris.