ECLI:NL:HR:2011:BQ6703
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 2 november 2009, met nummer 22/004208-08. De verdachte, geboren in 1983 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met het cassatiemiddel is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 juli 2011, onder nummer 09/04648, geoordeeld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De beslissing van de Hoge Raad is genomen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Het arrest is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2011:BQ6703 en is een belangrijke uitspraak binnen het strafrecht.