ECLI:NL:HR:2011:BQ6083

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01610
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid adviseur voor naheffingen en fiscale boetes

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de eiseres, statutair gevestigd te [plaats], in cassatie ging tegen de verwerping van haar beroep door het gerechtshof. De eiseres had eerder beroep ingesteld tegen twee arresten van het hof, die betrekking hadden op een geschil over de aansprakelijkheid van een adviseur voor naheffingen en fiscale boetes. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en de arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep inderdaad verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

9 september 2011
Eerste Kamer
10/01610
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
statutair gevestigd te [plaats], zaakdoende te [plaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[Verweerster],
statutair gevestigd te [plaats ], zaakdoende te [plaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 131699/ HA ZA 00-34 van de rechtbank Rotterdam van 18 mei 2000, 18 juni 2003 en 4 augustus 2004;
b. de arresten in de zaak met rolnummer 0500065 en zaaknummer 105.002.614/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 februari 2008 en 8 december 2009.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 september 2011.