ECLI:NL:HR:2011:BQ5984

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04745
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging gezamenlijk ouderlijk gezag in eenhoofdig gezag en vaststelling omgangsregeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de wijziging van gezamenlijk ouderlijk gezag naar eenhoofdig gezag en de vaststelling van een omgangsregeling. De zaak is gestart door [verzoeker], die in cassatie ging tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De beschikking van het hof was een vervolg op eerdere beslissingen van de kinderrechter te Roermond en betrof de zorg en omgang van de kinderen van partijen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen en stelt vast dat de klachten van [verzoeker] in de cassatieprocedure niet kunnen leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep van [verzoeker] en bevestigt daarmee de beslissing van het hof. De kosten van de procedure worden zoals gebruikelijk toegewezen, met uitzondering van het griffierecht dat door [verweerster] is betaald, dat door [verzoeker] moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser, G. Snijders en openbaar uitgesproken door E.J. Numann.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
10/04745
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.K. van der Brugge.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 86689/FA RK 08-643 van de kinderrechter te Roermond van 30 december 2009;
b. de beschikking in de zaak HV 200.059.628/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 juli 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft verzocht het beroep te verwerpen met compensatie van de kosten van de cassatieprocedure behalve ten aanzien van het door [verweerster] betaalde griffierecht; met veroordeling van [verzoeker] om dit griffierecht aan [verweerster] te vergoeden.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO; en met een beslissing over de kosten zoals de Hoge Raad die aangewezen zal achten.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.