ECLI:NL:HR:2011:BQ5982

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01436
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vordering uit ongerechtvaardigde verrijking en verjaring in Antillenzaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking. De verzoeker, wonende op Curaçao, heeft cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak is ontstaan uit een geschil over de verjaring van de vordering. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waar de zaak eerder is behandeld. De verzoeker heeft geen verweerschrift ingediend, en de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoeker in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen op 8 juli 2011 en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
10/01436
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende op Curaçao,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak AR 529/2006 van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 11 september 2006, 12 mei 2008 en 11 augustus 2008;
b. het vonnis in de zaak AR 529/06-H-43/09 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 5 januari 2010.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.