ECLI:NL:HR:2011:BQ5083

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00719
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over procesrecht en afwijzing verzoek om pleidooi

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Omega Sport Fashion S.A. en Team Sport Deutschland Sportswear Vertriebs GmbH. Omega, gevestigd in Kifisia, Griekenland, was de eiseres in cassatie, terwijl Team Sport, voorheen bekend als Umbro Deutschland Sportswear Vertriebs GmbH, gevestigd in Neuss, Duitsland, de verweerder was. De zaak betrof een geschil over de afwijzing van een verzoek om pleidooi door de rechter in eerste aanleg en de vraag of er sprake was van een verbod op terugverwijzing en een uitzondering op het vereiste van concentratie van verweer.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waartegen Omega cassatie had ingesteld. De advocaat-generaal L. Strikwerda had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep van Omega verworpen en Omega in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Umbro op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de voorzitter E.J. Numann, die ook de beslissing heeft geleid.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
10/00719
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de rechtspersoon naar vreemd recht OMEGA SPORT FASHION S.A.,
gevestigd te Kifisia, Griekenland,
EISERES tot cassatie,
Advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
de vennootschap naar vreemd recht TEAM SPORT DEUTSCHLAND SPORTSWEAR VERTRIEBS GMBH, (voorheen: UMBRO DEUTSCHLAND SPORTSWEAR VERTRIEBS GMBH),
gevestigd te Neuss, Duitsland,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Omega en Umbro.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 376045/HA ZA 07-2103 van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2008, 16 april 2008, 20 augustus 2008 en 1 oktober 2008;
b. het arrest in de zaak 200.016.283/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 10 november 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Omega beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Umbro is verstek verleend.
De zaak is voor Omega toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Omega in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Umbro begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.