ECLI:NL:HR:2011:BQ4355

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03118
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake hennepteelt en diefstal elektriciteit

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De Hoge Raad heeft op 28 juni 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 09/03118. De verdachte, geboren in 1972 en woonachtig te Purmerend, heeft in de periode van 1 november 2006 tot en met 4 juni 2007 opzettelijk een groot aantal hennepplanten geteeld in zijn woning. Daarnaast heeft hij elektriciteit gestolen van N.V. Continuon Netbeheer door deze af te tappen. De verdediging heeft aangevoerd dat de bekennende verklaring van de verdachte niet als bewijs mag worden gebruikt, omdat deze zonder tolk is afgelegd en de verdachte niet is gewezen op zijn recht op bijstand van een advocaat. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze verklaring niet voor het bewijs wordt gebruikt, maar heeft wel rekening gehouden met andere onbetwiste feiten die de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij bevestigen.

De Hoge Raad heeft het middel van de verdachte gegrond verklaard, omdat het gebruik van het proces-verbaal van politie als bewijsmiddel in strijd is met de overweging van het hof dat de bekennende verklaring niet voor het bewijs wordt gebruikt. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

28 juni 2011
Strafkamer
nr. 09/03118
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 juli 2009, nummer 23/000243-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P. Scholte, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"1. hij in de periode van 1 november 2006 tot en met 4 juni 2007 te Purmerend, telkens opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [a-straat] een groot aantal hennepplanten en/of een hoeveelheid hennep;
2. hij in of omstreeks de periode van 1 november 2006 tot en met 4 juni 2007 te Purmerend met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan N.V. Continuon Netbeheer, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt onder meer op een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
"Ik ben woonachtig op het adres [a-straat 1] te [woonplaats]. Ik woon daar sinds november 2004. Het was mij bekend dat er op de zolder van mijn woning een hennepplantage aanwezig was. In deze plantage zijn reeds tweemaal hennepplanten gezet. Ik heb de plantage zelf gebouwd. Ik heb voor ongeveer 2000 euro aan spullen gekocht voor de hennepplantage. Personeel van de growshop heeft de elektriciteit van de hennepplantage aangelegd. Ik moest dat van hen geheim houden. Ik wist dat de elektriciteit werd afgetapt."
2.2.3. De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, in:
"De raadsman heeft subsidiair aangevoerd dat de bekennende politieverklaring van de verdachte uitgesloten dient te worden van het bewijs, nu verdachte die verklaring heeft afgelegd zonder tolk terwijl hij niet of nauwelijks Nederlands spreekt en de verdachte voorafgaand aan het verhoor er niet door de politie op is gewezen dat hij een advocaat kan raadplegen. De verdachte dient derhalve op grond hiervan te worden vrijgesproken terzake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten.
Het hof gaat voorbij aan dit verweer, nu deze bekennende verklaring niet voor het bewijs wordt gebezigd. Wel slaat het hof acht op de volgende onbetwiste omstandigheden. De verdachte was reeds enige tijd de bewoner van de woning aan de [a-straat 1] op het moment dat op de zolder daarvan een hennepkwekerij is aangetroffen. Hierdoor is het boven redelijke twijfel verheven dat niet buiten medeweten van de verdachte een hennepkwekerij is opgezet en geëxploiteerd. Het hof is daarom van oordeel dat de verdachte op de hoogte moet zijn geweest van de aanwezigheid van de hennepkwekerij en de diefstal van daartoe benodigde elektriciteit."
2.3. Het middel klaagt terecht dat het bezigen als bewijsmiddel van het hiervoor onder 2.2.2 weergegeven proces-verbaal van politie in strijd is met de hiervoor onder 2.2.3 weergegeven overweging van het Hof dat de bekennende verklaring van de verdachte niet voor het bewijs wordt gebezigd.
2.4. Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 28 juni 2011.