ECLI:NL:HR:2011:BQ4290
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafoplegging en werkstraf in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis. De Advocaat-Generaal, mr. Hofstee, had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend ten aanzien van de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof een misslag had gemaakt in de hoogte van de opgelegde werkstraf. De Hoge Raad heeft de strafoplegging hersteld en bepaald dat de werkstraf moet worden vastgesteld op éénhonderd uren, subsidiair vijftig dagen hechtenis. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, omdat de klachten van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden. De uitspraak is gedaan in het kader van de beoordeling van de strafmotivering en de rechtseenheid in de rechtspraak. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar eerdere uitspraken en benadrukt dat de opgelegde straf een passende reactie is op de feiten van de zaak.