2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1.
Het proces-verbaal van de Regiopolitie Rotterdam Rijnmond, nr. 155/2004, d.d. 29 juni 2005, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1].
2.
Een geschrift, zijnde een aangifte ter zake van valsheid in geschrift en oplichting artikel 225 en 326 Wetboek van Strafrecht, referentienummer: E200312-0274, d.d. 16 februari 2004, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2]. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
Op 13 februari 2003 heeft de Fortis Bank een hypotheek verstrekt aan [verdachte], ten behoeve van de panden [a-straat 1-2-3] te Rotterdam. Uit de op 6 januari 2003 gesloten en ondertekende koopovereenkomst blijken de partijen [A] Holding verkoper en [verdachte] en [betrokkene 1] als koper, met een verkoopwaarde van € 1.450.000.
3.
Een geschrift, zijnde een koopovereenkomst, d.d. 6 januari 2003, opgemaakt en ondertekend door [A] Holding B.V, [verdachte] en [betrokkene 1]. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- :
De ondergetekenden hebben op 6 januari 2003 een koopovereenkomst gesloten. De totale koopprijs van het verkochte bedraagt € 1.450.000 k.k.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer 155/2004, documentcode 0411301039.V02, d.d. 30 november 2004, opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4], welk proces-verbaal - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudt:
Als de op 30 november 2004 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte [verdachte]:
Natuurlijk wist ik dat het niet goed zat. In de zomer van 2002 kwam ik [betrokkene 2] tegen. Hij vertelde mij dat hij de verhuurde panden aan de [a-straat 1-2-3] te Rotterdam te koop had. Ik zou deze panden kunnen kopen voor 1,2 miljoen euro. Ik had geen eigen vermogen om te investeren. [Betrokkene 2] vertelde mij dat wij daarom op papier een hogere koopsom zouden vaststellen, waardoor de hypotheekverstrekker een hogere hypotheek zou verstrekken. Het kwam erop neer dat ik de panden daadwerkelijk kocht voor 1,2 miljoen euro maar dat ik op papier een bedrag moest betalen van 1,45 miljoen euro kosten koper. Aan de hypotheekverstrekker, Fortis Bank, hebben wij opgegeven dat ik de panden kocht voor
1,45 miljoen euro. U vraagt mij of Fortis hiermee bekend was. Ik neem aan dat zij hier niet van op de hoogte was omdat ze anders waarschijnlijk niet akkoord zou zijn gegaan met het verstrekken van een hypotheek.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer 155/2004, documentcode 0412021832.V02, d.d. 2 december 2004, opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4], welk proces-verbaal - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudt:
Als de op 2 december 2004 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte [verdachte]:
Om een financiering van 100% te krijgen werd door [betrokkene 2] een constructie voorgesteld, waarbij onder andere de koopprijs van € 1.200.000,- op papier verhoogd werd naar € 1.540.000,- (het hof begrijpt € 1.450.000,-).
Mijn vrouw [betrokkene 1] en ik hebben samen met [betrokkene 2] een door hem opgesteld koopcontract ondertekend. Ik weet niet meer of [betrokkene 1] of ik de voor de hypotheek benodigde stukken aan [betrokkene 3] van de Fortis heb gegeven.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer 155/2004, documentcode 0411301125.V04, d.d. 2 december 2004, opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 4], welk proces-verbaal - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudt:
Als de op 30 november 2004 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte [betrokkene 1]:
[Betrokkene 2] heeft met mijn man [verdachte] een afspraak gemaakt om de koopovereenkomst te tekenen. Als ik het goed heb is de koopovereenkomst die u mij toont (0402161006.DOC) de koopovereenkomst die [verdachte] en ik bij [B] van [betrokkene 2] heb getekend. Ik zie dat mijn paraaf en die van [verdachte] eronder staan."