ECLI:NL:HR:2011:BQ3812

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03292 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Kantonrechter inzake motorrijtuigverzekering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2011 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. Het vonnis, dat op 23 september 2009 was gewezen, betrof een veroordeling van de aanvrager voor het niet sluiten en in stand houden van een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) voor een motorrijtuig met het kenteken [AA-00-BB]. De aanvrager was op 21 mei 2008 veroordeeld tot twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.

De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er op de datum van de overtreding wel degelijk een verzekering van kracht was voor het betreffende voertuig. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de aanvrage gegrond was en heeft de Hoge Raad geadviseerd om de aanvrage tot herziening gegrond te verklaren, de tenuitvoerlegging van het vonnis op te schorten en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard en de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis bevolen. Tevens is de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de zaak opnieuw behandeld zal worden conform artikel 467, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

24 mei 2011
Strafkamer
Nr. 10/03292 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 23 september 2009, nummer 09/729271-08, ingediend door:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "als degene aan wie het kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven niet een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) sluiten en in stand houden", gepleegd op 21 mei 2008 met het motorvoertuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB], veroordeeld tot twee weken hechtenis met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat uit de aan de aanvrage gehechte bescheiden blijkt dat op 21 mei 2008 voor het motorvoertuig met het kenteken [AA-00-BB] wel een verzekering overeenkomstig de WAM van kracht was.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
Op de door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie genoemde gronden moet de door de aanvrager gestelde omstandigheid worden aangemerkt als een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv.
De aanvrage is dus gegrond.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 23 september 2009;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 24 mei 2011.