ECLI:NL:HR:2011:BQ3777
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewezenverklaring van diefstal van benzine en de geloofwaardigheid van de verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1971, was gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Vught' ten tijde van de aanzegging. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.J.N. Vermeij. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak.
De zaak betreft een bewezenverklaring van diefstal van benzine, gepleegd op 16 oktober 2007 te Geldrop. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een hoeveelheid benzine had weggenomen van Benzinestation Meelakkers. De verdachte had aangevoerd dat hij niet de intentie had om de benzine weg te nemen, maar dat hij na het tanken zonder te betalen was weggereden om geld te halen. Het Hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte wist dat hij geen geld bij zich had, wat de geloofwaardigheid van zijn verklaring ondermijnde.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de verdachte, dat de bewezenverklaring niet naar de eisen der wet was omkleed, tevergeefs was voorgesteld. Het Hof had de verklaring van de verdachte op juiste wijze beoordeeld en de ongeloofwaardigheid daarvan voldoende gemotiveerd. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de uitspraak van het Hof, waarmee de bewezenverklaring van de diefstal in stand bleef.