ECLI:NL:HR:2011:BQ3745

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01046
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schuldheling en bewijsvoering in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986 en wonende te Amersfoort, was in hoger beroep veroordeeld voor schuldheling. Het hof had vastgesteld dat de verdachte op 19 december 2006 een hoeveelheid sigaretten had verworven en voorhanden had gehad, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen door misdrijf waren verkregen. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet wist en evenmin redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de sigaretten gestolen waren. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet met redenen was omkleed. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.

De zaak kwam voort uit een politieonderzoek naar een diefstal van een sigarettenautomaat uit een café in Amersfoort. De verdachte had sigaretten van een vriend gekregen als betaling voor een schuld. De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheden waaronder de verdachte de sigaretten had verkregen, niet voldoende waren om te concluderen dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen door misdrijf waren verkregen. De Hoge Raad benadrukte dat de bewijsvoering niet voldeed aan de wettelijke eisen, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het hof.

Uitspraak

14 juni 2011
Strafkamer
nr. 10/01046
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 23 februari 2010, nummer 21/003045-08, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij omstreeks 19 december 2006 te Amersfoort een hoeveelheid rookwaar heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven en voorhanden krijgen van die goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 18 december 2006, omstreeks 08:23 uur, werd in perceel [a-straat 1] te Amersfoort een doorzoeking gedaan. Bij deze doorzoeking werden door de rechter-commissaris, mr. E. Akkermans, de volgende goederen, voorwerpen en/of bescheiden aangetroffen en inbeslaggenomen:
...
4. Een plastic tas met pakjes sigaretten
...
Goederen nummers 1 tot en met 9 zijn aangetroffen in de slaapkamer van verdachte [verdachte].
Registratie in beslag genomen goederen perceel [a-straat 1] te Amersfoort
Onderzoek AZIE 18-12-06
21 Marlboro
4 Gauloises
2 Marlboro Light
4 Chesterfield
4 Lucky Strike
2 Pall Mall
5 Kent
5 Camel
9 Van Nelle (shag)
b. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"Ik doe namens de in deze aangifte genoemde benadeelden aangifte van diefstal door middel van braak/verbreking. Het weggenomen goed behoort de benadeelde geheel in eigendom toe. Ik ben door de benadeelde gemachtigd tot het doen van aangifte. Niemand had het recht of de toestemming het goed weg te nemen noch om dit te doen door middel van braak, verbreking, inklimming of valse sleutel.
Ik ben eigenaar van het café [A], gevestigd aan de [b-straat 1] te Amersfoort. ...
Op vrijdag 15 december 2006, omstreeks 10.00 uur, heb ik samen met [betrokkene 2] van [B] het café rondom afgesloten en onbeschadigd achtergelaten. ...
Vandaag, dinsdag 19 december 2006, omstreeks 16.00 uur, werd ik gebeld door de politie. Mij werd verteld dat er een sigarettenautomaat was gevonden welke vermoedelijk afkomstig zou zijn uit mijn café.
Ik ben hierop direct naar het café gegaan. ... Ik zag dat aan de achterzijde, bij de deur, diverse afdrukken van een schroevendraaier of koevoet in het kozijn stonden. Ik zag dat de deur nog wel op slot was gedraaid.
Ik ben vervolgens naar binnen gegaan samen met de politie. Ik zag dat de sigarettenautomaat van de muur was weggenomen. Ik zag dat de bouten, waarmee de automaat aan de muur was bevestigd, op de grond lagen. ...
De weggenomen sigarettenautomaat was eigendom van V.O.F. [C]. In de goederenbijlage is nader omschreven wat er precies in zat.
GOEDERENBIJLAGE
Benadeelde: [C]
Soort: automaat
Hoeveelheid: 1 stukskleur: zwart
Bijzonderheid:
Incl. inhoud; alle merken; zie bijlage.
Waarde: onbekend
V.O.F. [C]
[adres]
Afnemer: [A]
Adres: [adres] Amersfoort Datum 19-12-2006
Status ATijd: 16:32
Tabelkoppen
Locatie [A]
Automaat 00[002] Fabrikaat SIELFF Type SCT 15Wis-Sys GEPLKT
Voorraad van de automaat
Totalen: 230 Wisselgeld pakjes 0,00
Wisselgeld wisselaar 0,00
Inkoopwaarde voorraad 863,60
Handelswaarde automaat 863,60
Totalen: 230 Wisselgeld pakjes 0,00
Wisselgeld wisselaar 0,00
Inkoopwaarde voorraad 863,60
Handelswaarde automaat 863,60."
c. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Ik heb de in mijn schuur aangetroffen sigarettenautomaat gevonden in een gangetje in de buurt van de Gravin van Burenlaan. Ik ... zag vervolgens een paar gasten wegrennen. Daar bleef een sigarettenautomaat achter. Ik heb hem gevonden en mee naar huis genomen.
...
Een gedeelte van de sigaretten heb ik aan [verdachte] gegeven, hij kreeg nog geld van mij. Het geld hou ik liever in mijn zak. Dus ik heb hem de sigaretten gegeven."
d. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Het breekijzer heb ik geleend. Ik heb het alleen gebruikt om de sigarettenautomaat open te breken."
e. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"De bij de doorzoeking in de schuur van perceel [c-straat 1] in Amersfoort aangetroffen sigarettenautomaat werd in het bureau van politie te Amersfoort onderzocht. Onderin de automaat werd een bedrag van 16,40 euro aan muntgeld aangetroffen.
Bij onderzoek in BPS bleek dat er nog geen aangifte was gedaan van een sigarettenautomaat.
Op de automaat stonden 2 adressen van telefoonnummer vermeld, namelijk:
Automatenexploitatie [C]
06-[001]
en ...
Door mij, [verbalisant 2] werd op dinsdag 19 december 2006 telefonisch contact opgenomen met het telefoonnummer van [C] automatenexploitatie. Ik sprak daar met [betrokkene 4] die mij verklaarde dat de automaat met nummer [002] moest hangen in Cafe [A], gevestigd aan de [b-straat 1] in Amersfoort."
f. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"Ik ontken niet dat er sigaretten bij mij zijn aangetroffen. ... Ik heb de sigaretten van een vriend van mij gekregen, te weten [betrokkene 3]. ...
[betrokkene 3] had een schuld aan mij. ... Ik heb [betrokkene 3] € 600,00 geleend. Op dat moment kreeg ik nog € 250,00 van hem. Dit betaalde hij mij terug met sigaretten."
2.2.3. Het Hof heeft ten aanzien van de bewijsvoering voorts nog het volgende overwogen:
"Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman ter zake van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde aangevoerd dat verdachte niet wist en evenmin redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de sigaretten door misdrijf verkregen goederen waren zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt. Bij doorzoeking van de slaapkamer van verdachte in Amersfoort werden op 18 december 2006 56 pakjes sigaretten aangetroffen van verschillende merken, die bleken gestolen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard deze sigaretten te hebben aangenomen van medeverdachte [betrokkene 3] als betaling van een schuld die [betrokkene 3] bij verdachte had lopen. Het hof is van oordeel dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de sigaretten van diefstal afkomstig waren. Sigaretten zijn geen wettig en ook geen gebruikelijk betaalmiddel in Nederland. Het ging om een grote hoeveelheid losse pakjes sigaretten van verschillende merken. Verdachte heeft de sigaretten zonder enige navraag van die [betrokkene 3] aangenomen en dat lag bij de beschreven omstandigheden allerminst voor de hand."
2.3. Uit de gebezigde bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverweging kan niet zonder meer volgen dat de verdachte ten tijde van het verwerven en het voorhanden krijgen van de sigaretten redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen, zoals is bewezenverklaard. De bewezenverklaring is derhalve niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.4. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 14 juni 2011.