ECLI:NL:HR:2011:BQ3661
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de teruggave van in beslag genomen Schiphol- en KLM-pas
In deze zaak gaat het om een beklag van een klager die de teruggave van een in beslag genomen Schipholpas en KLM-pas verzocht. De Rechtbank te Haarlem had op 3 september 2009 het klaagschrift van de klager ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat er geen KLM-pas in beslag was genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank ten onrechte aannam dat er geen KLM-pas was in beslag genomen, aangezien deze op 29 januari 2009 aan de KLM was teruggegeven en vernietigd. De Hoge Raad stelt vast dat de klager inmiddels een vervangende KLM-pas heeft ontvangen, waardoor hij geen belang meer heeft bij de teruggave van de KLM-pas. Wat betreft de Schipholpas oordeelt de Hoge Raad dat het beklag het rechtskarakter heeft van een beklag omtrent het voornemen van de Officier van Justitie om de pas aan een ander dan de klager terug te geven. De Rechtbank had moeten beoordelen of de ander als rechthebbende kon worden aangemerkt, maar dit leidde niet tot cassatie omdat de Schipholpas inmiddels was vernietigd. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de klager, omdat hij geen belang meer heeft bij de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen.