ECLI:NL:HR:2011:BQ3031
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 2 juli 2009, met nummer 23/001949-08. De verdachte, geboren in 1971 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld. De verdediging werd gevoerd door mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen, beiden advocaat te 's-Gravenhage, die middelen van cassatie hebben voorgesteld. De schriftuur met deze middelen is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad in zijn arrest heeft overgenomen.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats op 29 april 2011.