ECLI:NL:HR:2011:BQ3031

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01627
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • H.A.G. Splinter-van Kan
  • M.A. Loth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 2 juli 2009, met nummer 23/001949-08. De verdachte, geboren in 1971 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld. De verdediging werd gevoerd door mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen, beiden advocaat te 's-Gravenhage, die middelen van cassatie hebben voorgesteld. De schriftuur met deze middelen is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad in zijn arrest heeft overgenomen.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats op 29 april 2011.

Uitspraak

29 april 2011
Strafkamer
nr. 10/01627
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 juli 2009, nummer 23/001949-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte 4], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadslieden hebben schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 29 april 2011.