ECLI:NL:HR:2011:BQ2797

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01429
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenen voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

In deze zaak gaat het om een verzoek tot verlening van een voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Betrokkene, die verblijft in het Psychiatrisch Ziekenhuis Stichting Mondriaan te Heerlen, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Maastricht van 30 december 2010. De rechtbank had in deze beschikking geoordeeld over de noodzaak van de voorlopige machtiging. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie.

De officier van justitie, die als verweerder in cassatie optreedt, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep. De advocaat van betrokkene heeft gereageerd op deze conclusie in een brief van 6 mei 2011.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en wordt de beschikking openbaar uitgesproken op 10 juni 2011 door de raadsheer E.J. Numann, met de overige raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel.

Uitspraak

10 juni 2011
Eerste Kamer
11/01429
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
thans verblijvende in het Psychiatrisch Ziekenhuis Stichting Mondriaan te Heerlen,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
OFFICIER VAN JUSTITIE ARRONDISSEMENT MAASTRICHT,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 157296/BZ RK 10-751 van de rechtbank Maastricht van 30 december 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van betrokkene heeft bij brief van 6 mei 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 juni 2011.