ECLI:NL:HR:2011:BQ2295

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/05057
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over rechtsverwerking en bewijslastverdeling in verbintenissenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [verzoeker] tegen [verweerder 1] en [verweerder 2]. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in de rechtspraak van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, waartegen [verzoeker] cassatie heeft ingesteld. De advocaat van [verzoeker], mr. P. Garretsen, heeft het cassatierekest ingediend, terwijl de verweerders werden bijgestaan door mr. B.T.M. van der Wiel en mr. P.A. Fruytier.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte op basis van artikel 81 RO. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit was voldoende gemotiveerd, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann, en de zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van verbintenissenrecht en procesrecht, met specifieke aandacht voor de thema's rechtsverwerking en bewijslastverdeling.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
09/05057
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende op Curaçao,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de rolbeschikking en het vonnis in de zaak AR 1581/2006 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 25 april 2007 resp. 19 november 2007;
b. de vonnissen in de zaak AR-1581/06 H-115/08 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 12 mei 2009 en 15 september 2009.
De vonnissen van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de vonnissen van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] c.s. mede door mr. P.A. Fruytier, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
[Verzoeker] heeft bij brief van 14 juni 2011 op die conclusie gereageerd. Nu deze reactie meer dan twee weken nadat de conclusie was genomen, en derhalve na het verstrijken van de termijn van art. 44 lid 3 Rv., bij de Hoge Raad is ingekomen, heeft de Hoge Raad deze brief terzijde gelegd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.