5. het als bijlage bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (pag. 4 t/m 7), dossiernr. PL0950/08-001320, gesloten en getekend op 23 januari 2008 door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden voornoemd, gevoegde in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (pag. 51 t/m 52), gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 1], beiden voornoemd, inhoudende als relaas van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op maandag 21 januari 2008 te 11.30 uur, gaf de hulpofficier van justitie D. Pais aan ons verbalisanten een machtiging tot binnentreden in de woning, gelegen aan de [a-straat 2] te Leersum.
Deze machtiging was opgemaakt op last van de officier van Justitie mr. van Thiel. Deze machtiging was opgemaakt voor de inbeslagneming van de goederen die afkomstig zijn van de diefstal uit de woning aan de [a-straat 1] te Leersum.
Op maandag 21 januari 2008 te 12.50 uur, waren wij verbalisanten [verbalisant 1 en 2] in burger gekleed, op de [a-straat] te Leersum. Wij waren aldaar samen met de collega's [verbalisant 6 en 7], welke in uniform waren gekleed en zodanig herkenbaar als politieambtenaar. Aldaar hebben wij vervolgens bij perceel [2] aangebeld, en werd er door een vrouw open gedaan.
Deze mevrouw vertelde dat ze de moeder van [verdachte] was. Vervolgens vroegen wij aan deze vrouw of we even binnen mochten komen. Hierop zagen we dat er een jongen van de trap naar beneden de hal in kwam. Wij verbalisanten [verbalisant 1 en 2] hebben onze politie legitimatiebewijs vervolgens zichtbaar getoond. De jongen die van de trap van de eerste verdieping in de hal kwam bleek later te zijn genaamd:
[betrokkene 2], geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats], wonende op de [a-straat 2] te Leersum.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], vertelde aan [betrokkene 2] waarom wij in de woning wilde gaan kijken. Ik, [verbalisant 1], vertelde dat we op zoek waren naar een aantal goederen. [betrokkene 2] vertelde vervolgens dat wij alles mochten bekijken. Ik toonde hem de machtiging die wij bij ons hadden.
Vervolgens zijn wij verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] samen met collega [verbalisant 7] naar de eerste verdieping gegaan, waarop collega [verbalisant 6] bij [betrokkene 2] in de woonkamer bleef.
Vervolgens zijn wij op de eerste verdieping gaan kijken of wij goederen die van diefstal afkomstig waren konden aantreffen. Wij zijn vervolgens gaan kijken naar een zilverkleurige mobiele telefoon van het merk Nokia type N70, en een zwarte digitale foto-camera van het merk Kyocera, type M410 R. Hierop hebben wij alle kamers van de eerste verdieping oppervlakkig bekeken.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], ben vervolgens vanaf het trapgat gezien de eerste kamer links gaan kijken.
Toen ik vervolgens in de deuropening stond zag ik dat er een bed tegenover de deuropening stond. Het bed stond aan de zijde van het raam. Vervolgens zag ik dat er links tegen de muur voor het bed een kast stond. Ik ben vervolgens op de kast gaan kijken. Ik zag vervolgens dat er in een rieten mandje bovenop de kast een zwarte foto-camera lag. Hierop heb ik verbalisant [verbalisant 1] erbij geroepen.
Ik, verbalisant [verbalisant 1], heb vervolgens de foto-camera verder bekeken. Ik zag dat het een zwarte digitale fotocamera van het merk Kyocera, type M410 R was. Hierop heb ik deze fotocamera inbeslaggenomen.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb vervolgens in de woonkamer aan [betrokkene 2] gevraagd van wie de kamer is, waar de foto-camera was aangetroffen. [Betrokkene 2] verklaarde, dat deze kamer van zijn jongste zusje [betrokkene 3] is.