ECLI:NL:HR:2011:BQ1692

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04347
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging toepassing schuldsaneringsregeling zonder schone lei

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling zonder het verlenen van een schone lei. De verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin de schuldsaneringsregeling was beëindigd. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en de relevante feiten van de zaak. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, onder verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechtsvordering (RO). De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet leiden tot cassatie, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet vragen om beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 24 juni 2011 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

24 juni 2011
Eerste Kamer
10/04347
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaken met het insolventienummers 07/480-481 R van de rechtbank Rotterdam van 22 juli 2010,
b. het arrest in de zaken 200.071.097/01 en 200.071.099/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 september 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 juni 2011.