ECLI:NL:HR:2011:BQ0840

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04305
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 18 mei 2010, met nummer 23/004754-09. De verdachte, geboren in 1961 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Midden Holland, locatie De Geniepoort' te Alphen aan den Rijn, heeft het beroep ingesteld. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J. Kuijper, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 31 mei 2011 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel is vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 RO, er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

31 mei 2011
Strafkamer
nr. 10/04305
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 mei 2010, nummer 23/004754-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Midden Holland, locatie De Geniepoort" te Alphen aan den Rijn.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 31 mei 2011.