ECLI:NL:HR:2011:BQ0713
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof Arnhem inzake schuldsaneringsregeling en schone lei
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een arrest van het gerechtshof Arnhem. De zaak betreft een verzoekster die in een schuldsaneringsregeling zat en die een schone lei had aangevraagd. De rechtbank Arnhem had op 25 november 2010 geoordeeld dat de schuldsaneringsregeling van de verzoekster eindigde met het verbindend worden van de slotuitdelingslijst en dat zij niet tekortgeschoten was in haar verplichtingen. De rechtbank verleende haar een schone lei, ondanks het advies van de bewindvoerder en de rechter-commissaris om deze te onthouden, omdat er vermoedens waren dat de verzoekster inkomsten had verworven uit het zetten van kunstnagels, die zij niet had opgegeven aan de bewindvoerder.
In hoger beroep heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat de verzoekster toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verplichtingen, waardoor haar de schone lei diende te worden onthouden. De verzoekster heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd. De Hoge Raad oordeelde dat de overweging van de rechtbank, die als 'ten overvloede' was aangeduid, toch een dragende grond voor de beslissing vormde. Het hof had niet de vrijheid om af te wijken van dit oordeel, aangezien het niet was bestreden in appel.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en het vonnis van de rechtbank Arnhem bekrachtigd, behoudens de vaststelling van het salaris van de bewindvoerder en de publicatiekosten, en verzocht de rechtbank om deze opnieuw vast te stellen. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van rechtsbeginselen in cassatieprocedures en de rol van de overwegingen van lagere rechters in de beoordeling van cassatiemiddelen.