ECLI:NL:HR:2011:BQ0699
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van belangenbehartiger bij arbeidsconflict en ontbinding arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een belangenbehartiger in een arbeidsconflict. De eiseres, werkzaam bij Carint, had een arbeidsconflict dat leidde tot haar ontslag. Na haar ontslag heeft zij de belangenbehartiger, verweerder, ingeschakeld voor juridisch advies. De eiseres stelde dat de verweerder haar belangen niet correct had behartigd, omdat hij niet had geadviseerd om een kort geding tot wedertewerkstelling aan te spannen. De rechtbank oordeelde dat de verweerder inderdaad had moeten overwegen om een kort geding aan te spannen, maar dat de kans dat de arbeidsovereenkomst zou zijn voortgezet nihil was, omdat Carint waarschijnlijk een ontbindingsverzoek zou hebben ingediend. Het hof bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de kans op een succesvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst na een eventuele veroordeling tot wedertewerkstelling zeer klein was.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het hof bevestigd en geoordeeld dat het niet vereist is dat de kans op indiening van een ontbindingsverzoek 100% is om aan te nemen dat dit verzoek zou zijn ingediend. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van de eiseres en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de rol van de belangenbehartiger in arbeidsconflicten en de noodzaak om de mogelijkheden van juridische stappen goed te overwegen, maar ook de realiteit dat niet elke juridische stap leidt tot een gunstig resultaat voor de werknemer.