ECLI:NL:HR:2011:BQ0531
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging toepassing wettelijke schuldsaneringsregeling zonder schone lei
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zonder het verlenen van een schone lei. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. van der Linden, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem, dat op 8 november 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en het gerechtshof, die beide betrekking hadden op het insolventienummer 07/558. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om het cassatieverzoek te verwerpen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.
Deze uitspraak heeft implicaties voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en de voorwaarden waaronder een schone lei kan worden verleend. De beslissing van de Hoge Raad benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de consistentie in de rechtspraak met betrekking tot insolventiezaken.