ECLI:NL:HR:2011:BQ0529
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Gevolgen onregelmatige opzegging van een door Duits recht beheerste arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om de gevolgen van een onregelmatige opzegging van een arbeidsovereenkomst die onder Duits recht valt. De Hoge Raad heeft op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/04461. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Groen, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest was eerder op 28 juli 2009 gewezen en betrof een geschil dat zijn oorsprong vond in vonnissen van de kantonrechter te Maastricht van 5 november 2003 en 10 november 2004. De verweerder, die in Duitsland woont en werd bijgestaan door mr. K.G.W. van Oven, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda gevolgd, die ook tot verwerping van het beroep adviseerde. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. De Hoge Raad heeft de eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.