ECLI:NL:HR:2011:BQ0499
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de tussentijdse beëindiging van een schuldsaneringsregeling op basis van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De verzoeker, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 20 januari 2011 was gewezen. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Almelo van 14 december 2010. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.
De Advocaat-Generaal L. Timmerman had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) toepaste. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad stelde vast dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand bleef. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de toepassing van de WSNP en de voorwaarden waaronder een schuldsaneringsregeling kan worden beëindigd.