2.4. Blijkens de aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 15 juni 2009 gehechte pleitnotities heeft de raadsman van de verdachte aldaar onder meer het volgende aangevoerd:
"Cliënt heeft bij de politie bekend 'eigenaar te zijn van de aangetroffen hennepkwekerij'. Tevens geeft hij aan buiten de meter om energie te hebben afgetapt. In die zin bestaan er met betrekking tot de feiten in de strafzaak weinig onduidelijkheden meer. Toch is er naar het oordeel van de verdediging niet zonder meer sprake van een ronde zaak, aangezien er gebreken, wellicht onrechtmatigheden kleven aan het doorzoeken van de woning van cliënt.
Het dossier was op dit punt onduidelijk en (zeer) onvolledig. Reden voor de politierechter om de zaak op 26 maart 2007 aan te houden ter verkrijging van nadere informatie. Dit heeft geresulteerd in een aanvullend PV, dat wat de verdediging betreft, onvoldoende klaarheid brengt.
Op dinsdag 20 juni 2006 om 5.05 uur betreedt de Amsterdamse recherche, bijgestaan door een AT, de woning van cliënt. Op last van de OvJ te Amsterdam diende cliënt te worden aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een schietincident (het 'Torero' onderzoek). Dit blijkt ook uit de machtiging tot het binnentreden: daarop staat aangekruist dat wordt binnengetreden ter aanhouding van cliënt. Dit blijkt overigens uit een ongetekend exemplaar van de machtiging, (een kopie van) het originele exemplaar is in het ongerede geraakt, maar dit terzijde.
Op het formulier staat niet aangekruist dat er ook een doorzoeking diende plaats te vinden. Maar dat gebeurt wel. Tijdens de huiszoeking door o.a. [betrokkene 4] van de Amsterdamse recherche (hij heeft de machtiging afgegeven) wordt de hennepkwekerij aangetroffen, aldus de verbalisanten [verbalisant 2 en 3] van de Rotterdamse politie in hun PV van bevindingen. Pas na de vondst van de kwekerij nam de Rotterdamse politie op verzoek van de Amsterdamse politie de hennepzaak ter verdere afhandeling over.
Een uur nadat cliënt is afgevoerd komt de RC de doorzoeking leiden. Inmiddels heb ik een afschrift van de vordering ex art. 110 Sv van het parket ontvangen. Onder leiding van de RC zijn er vervolgens veel goederen aangetroffen, geïnventariseerd en in beslag genomen.
Onduidelijk is echter wanneer de plantage nu precies door [betrokkene 4] en zijn collega's is aangetroffen. Nadat de RC was gearriveerd? Of reeds gedurende het uur tussen het afvoeren van cliënt en de komst van de RC? De recherche was toen immers al zes man sterk aanwezig.
Overigens was er geen sprake van een art. 9 OW situatie, zoals de OvJ op de zitting van 26 maart 2007 aangeeft. Er was ten tijde van het binnentreden geen enkele verdenking in de richting van overtreding van de opiumwet.
Naar het oordeel van de verdediging heeft de doorzoeking waarbij de plantage is aangetroffen zonder daartoe strekkende machtiging en vóórdat de RC ter plekke was plaatsgevonden en was derhalve onrechtmatig. In ieder geval bestaat er onduidelijkheid over dit punt.
Dat er overigens in 'materiële' zin sprake was van een doorzoeking blijkt uit het feit dat de kwekerij is aangetroffen via een geheime doorgang door de achterwand van een linnenkast.
Primair stelt de verdediging dat het aantreffen van de plantage op onrechtmatige wijze is geschied, subsidiair dat het dossier op dit punt zo onduidelijk is dat de rechtmatigheid van het aantreffen onvoldoende kan worden getoetst. Dit dient in de visie van de verdediging te leiden tot bewijsuitsluiting en vrijspraak."
2.5. Hetgeen aldus is aangevoerd omtrent de rechtmatigheid van de doorzoeking van de woning van de verdachte en het aldaar aantreffen van de hennepkwekerij kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een verweer strekkende tot toepassing van art. 359a Sv. Het Hof heeft verzuimd op dat verweer in het bestreden arrest een met redenen omklede beslissing te geven. Dat leidt tot nietigheid van de bestreden uitspraak.