2.4.1. Blijkens de aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 15 juni 2009 gehechte pleitnotities heeft de raadsman van de betrokkene aldaar onder meer het volgende aangevoerd:
"Heel anders is het met de bouwstenen 1 en 3. Daar kan de verdediging zich simpelweg niet refereren.
Bouwsteen 1. Afschrijvingskosten van de investeringen per oogst. Dit is volgens het 'overzicht standaardberekening' bij 200 - 299 planten € 200,- per oogst. In totaal zou het dus gaan om € 400,- afschrijving, aldus het plukze-rapport. Op zich wil de verdediging nog wel aannemen dat dit bedrag ongeveer zal kloppen.
Wat echter niet valt in te zien is waarom er van afschrijving (in dit kader in feite waardevermindering) van in beslag genomen apparatuur wordt uitgegaan. Waarom gaat het rapport niet simpelweg uit van de investering? In Tekst en Commentaar aantekening 11d bij art. 36e Sr. staat nota bene dat bij door de veroordeelde zelf gemaakte kosten 'bijvoorbeeld kan worden gedacht aan de aanschaf van middelen ... om een hennepkwekerij op te zetten'. Natuurlijk staat het de rechter vrij deze kosten niet als aftrekpost op te nemen als hij dit onder de gegeven omstandigheden niet redelijk acht. Er blijkt wat de verdediging betreft echter in het geheel niet van dergelijke omstandigheden. Het betreffen overigens ook geen 'illegale kosten' zoals de investering die je kwijt bent bij de inbeslagname van verdovende middelen die met eerdere wederrechtelijke winst zijn ingekocht. De hele inventaris van de kwekerij is simpelweg te koop bij tuincentra, ijzerwarenwinkels en growshops.
Cliënt heeft aangegeven ongeveer € 9.000,- te hebben moeten uitgegeven voor de inrichting van de kwekerij. In het Roteb-rapport staat een lijst van aangetroffen apparatuur. Aan de hand van deze lijst ben ik gaan winkelen bij een online growshop. Bijgevoegd treft u aan een print van de inhoud van mijn zgn. 'winkelwagen'. Het aanschaffen van de spullen zou mij € 7.167,- hebben gekost. Bovendien is mijn winkelwagen niet compleet. De apparaten/spullen waar op de Roteb-lijst een '0'voor staat (waaronder een voedingscomputer) heb ik niet 'aan mijn winkelwagen toegevoegd' omdat mij niet duidelijk is hoeveel stuks er bij cliënt zijn aangetroffen (zie Roteb lijst). Ook waren een aantal spullen op de site niet te krijgen (bevloeiingsinstallatie, tafelventilatoren, jerrycans en flacons). Kortom, mijn optelsom van kosten is aan de zeer voorzichtige kant. De werkelijke kosten zouden hoger uitvallen dan € 7.167,-. Bijvoorbeeld € 9.000,-, waar cliënt het over heeft (vergelijk in dit verband ook de norm blz. 29 van het 'overzicht': € 384,55 x 20m2 = € 7691,-).
Indien de aanschafkosten van de op zich legale apparatuur niet op de opbrengst in mindering wordt gebracht, zal cliënt, gelet op het feit dat hij deze spullen kwijt is, bij een betalingsverplichting in een situatie komen die voor hem financieel slechter is dan in de situatie waarin cliënt geen strafbare feiten zou hebben gepleegd. Dit is in strijd met het uitgangspunt van de plukze-wetgeving die 'geheel en al is gericht op herstel van de rechtmatige toestand in financiële zin (MvT)'. Nogmaals, bij het in beslag nemen van illegale op geld waardeerbare goederen als drugs of wapens, is het te billijken dat dit voor rekening komt voor de dader. Het kwijtraken van legale spullen, zonder dat dit via kostenaftrek wordt gecompenseerd, schiet zijn plukze-doel voorbij.
Wellicht ten overvloede. Op het punt van de aftrekbare kosten wordt wel de redenering gevolgd (ook in de jurisprudentie) dat het verlies van de uitzet weliswaar financieel nadeel oplevert (je hebt bij beslag en verbeurdverklaring immers niet meer de beschikking over de restwaarde), maar dat dit verlies van restwaarde niet in directe relatie staat met het behaalde voordeel omdat (zoals in deze zaak) de kwekerij (bijvoorbeeld) al na twee oogsten wordt opgerold. Dit brengt in de visie van de verdediging het onredelijke gevolg mee dat de aanschafkosten van de apparatuur dus wél (via afschrijving) kunnen worden afgetrokken indien de kwekerij maar lang genoeg draait, indien het strafbare handelen dus lang genoeg ongestoord kan doorgaan totdat de investering via afschrijving is 'terugverdiend'. Hoe langer je strafbare feiten blijft plegen, hoe meer je dus van (dezelfde!) investering via kostenkorting kan 'terugvragen'. Misdaad loont dan dus toch!
Gelet op het bovenstaande verzoekt de verdediging u het door cliënt aangegeven investeringsbedrag van € 9.000,- geheel in mindering te brengen.
Cliënt heeft op enig moment, in de hoop de kosten voor zijn levensonderhoud makkelijker op te brengen, zich zonder enige ervaring en zonder groene vingers gestort op het thuiskweken van de hennep. De kosten waren hoog, de opbrengst matig en het heeft al met al niet lang geduurd voordat de hele onderneming als een kaartenhuis in elkaar stortte. Het heeft cliënt dan ook niets opgeleverd. Integendeel: het heeft hem alleen (nog los van strafrechtelijke problemen) veel geld gekost. De verdediging verzoekt u dan het voordeel (dat in feite negatief was) op nul te schatten.
Bouwsteen 3. Bovendien zijn er nog de kosten elektriciteit. Volgens het 'overzicht standaardberekening' komt het grootste deel van de elektriciteitskosten (circa 90 %) voor rekening van de lampen (zie blz. 39 van het 'rapport').
Bij cliënt zijn 19 assimilatielampen aangetroffen voor 600 Watt (met de benodigde voorschakelapparatuur 680 Watt per lamp, zie blz. 3 rapportage E-NetBeheer). Volgens tabel 10 van het 'overzicht standaardberekening' (blz 40) zijn de kosten per lamp van 600 Watt € 125,- per oogst. Bij cliënt zijn 19 assimilatielampen aangetroffen: 19 x € 125,- x 2 oogsten = € 4.750,-. Daarbij gaat het 'overzicht standaardberekening' overigens uit van voorschakelapparatuur van 100 Watt per lamp, terwijl het vermogen van de voorschakelapparatuur bij cliënt maar 80 Watt bedroeg.
Het plukze-rapport past geen aftrek toe voor energiekosten, omdat de stroom illegaal werd afgetapt. Op zich een logische redenering, hij heeft immers niet voor de stroom betaald. In de visie van de verdediging dient echter met het volgende rekening te worden gehouden.
De huiseigenaar heeft met Eneco een schikking getroffen van € 11.702,10. Gelet op de richtlijnen in het 'overzicht standaardberekening' behelst de schikking een veel te hoog bedrag. Vooruitlopend op de behandeling van de vordering benadeelde partij, verzoekt de verdediging u de vordering m.b.t. de elektriciteitskosten te beperken conform de richtlijn in het 'overzicht standaardberekening': € 3.800,- (formule: x - 10% = € 4.750,- => x = € 5.278,-). Wat de benadeelde partij méér aan Eneco heeft betaald is een gevolg van een ondeugdelijke schatting van Eneco en geen direct gevolg van het strafbare handelen van cliënt.
Indien u de berekening van de verdediging (en de norm van het nota bene door het OM zelf opgestelde 'overzicht standaardberekening'!) volgt en cliënt veroordeelt tot het betalen aan de benadeelde partij van € 5.278,- aan elektriciteitskosten, dient uiteraard ook dit bedrag als kosten in de plukze-berekening in mindering te worden gebracht. Cliënt heeft immers in dat geval wel degelijk elektriciteitskosten betaald (of eigenlijk: moet dat aan benadeelde partij gaan doen).
Indien u cliënt echter veroordeelt tot het vergoeden van de schade van de benadeelde partij i.v.m. de getroffen schikking (dus: € 11.702,- aan elektriciteitskosten i.p.v. € 5.278,-), verzoek ik u dit bedrag als kosten in mindering te brengen in de plukze-berekening."