ECLI:NL:HR:2011:BP9998
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wijziging omgangsregeling en waardering deskundigenbewijs in familierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van een omgangsregeling, zoals geregeld in artikel 1:377e van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is voortgekomen uit een eerdere beschikking van de kinderrechter te Almelo van 12 november 2008, gevolgd door beschikkingen van het gerechtshof te Arnhem op 28 juli 2009 en 13 april 2010. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het hof van 13 april 2010, waarin de omgangsregeling werd bevestigd. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was om het beroep te verwerpen, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand bleef. Deze uitspraak benadrukt het belang van deskundigenbewijs in familierechtelijke procedures en de strikte eisen die aan cassatie worden gesteld.