ECLI:NL:HR:2011:BP9872
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beschikking inzake partneralimentatie en verwijzing naar gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw. De zaak is voortgekomen uit een eerdere beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de man in beroep was gegaan tegen de vaststelling van zijn draagkracht en de behoefte van de vrouw. De man had in zijn cassatieklacht aangevoerd dat het hof ten onrechte geen rekening had gehouden met een door hem opgevoerde schuld, omdat niet was gesteld dat daarop aflossingen waren gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat het hof deze schuld niet buiten beschouwing had mogen laten, aangezien het voor het in aanmerking nemen van een schuld niet vereist is dat er daadwerkelijk op wordt afgelost. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. De uitspraak is relevant voor de beoordeling van partneralimentatie en de wijze waarop de draagkracht van de alimentatieplichtige wordt vastgesteld. De Hoge Raad benadrukt dat bij de beoordeling van de draagkracht ook rekening moet worden gehouden met alle relevante schulden, ongeacht of daarop aflossingen zijn gedaan. Dit arrest is een belangrijke aanvulling op de rechtspraak inzake alimentatie en de verplichtingen van partijen in echtscheidingsprocedures.