ECLI:NL:HR:2011:BP9868

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01304
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en vermindering van huurgenot wegens schimmeloverlast

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil over huurrecht en de vermindering van het huurgenot als gevolg van schimmeloverlast. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Garretsen, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de kantonrechter te Amsterdam, waarin de klachten van de eiseres over de schimmeloverlast en de gevolgen daarvan voor het huurgenot aan de orde zijn gekomen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, dat aan het arrest van de Hoge Raad is gehecht.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van de eiseres verwerpt.

In de beslissing heeft de Hoge Raad ook de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verweerders begroot op nihil, aangezien de verweerders niet zijn verschenen. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 juni 2011, en de betrokken raadsheren hebben de beslissing gezamenlijk genomen, met A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter.

Uitspraak

24 juni 2011
Eerste Kamer
10/01304
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [Verweerder 3], handelend in de hoedanigheid van vennoot van verweerster in cassatie onder 2,
wonende te [woonplaats],
4. [Verweerder 4], handelend in de hoedanigheid van vennoot van verweerster in cassatie onder 2,
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak CV 07-19065/878354 van de kantonrechter te Amsterdam van 20 augustus 2007, 21 januari 2008, 18 februari 2008 en 29 september 2008;
b. het arrest in de zaak 200.022.775/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 20 oktober 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 juni 2011.