ECLI:NL:HR:2011:BP9406
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot oproeping van getuigen in hoger beroep en de verplichtingen van de rechter
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem. In de appelakte verzocht de verdachte om de getuige [betrokkene 1] te laten horen, maar het Hof heeft hier niet op beslist. De Hoge Raad oordeelt dat de rechter niet verplicht is om te beslissen op een verzoek tot oproeping van getuigen dat bij appelschriftuur is gedaan. Alleen een herhaald verzoek, gedaan ter terechtzitting, verplicht de rechter tot een beslissing. Dit is in overeenstemming met artikel 287, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeert dat de omstandigheid dat de verdachte in hoger beroep niet werd bijgestaan door een raadsman, hieraan niet afdoet. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, omdat het Hof niet gehouden was om te beslissen op het verzoek tot oproeping van getuigen zoals gedaan in de appelakte. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de procesgang in hoger beroep en de rechten van verdachten.