ECLI:NL:HR:2011:BP9398
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Beslissing over inbeslaggenomen voorwerpen in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de beslissing over inbeslaggenomen voorwerpen in het kader van een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1963, die ten tijde van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats was. De verdachte was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar was wel veroordeeld voor mensenhandel en andere delicten, met een gevangenisstraf van twee jaren als gevolg. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor een nieuwe beslissing over de inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak geen beslissing bevatte over één van de inbeslaggenomen voorwerpen, en dat de beslissing van het Hof over de overige voorwerpen niet voldeed aan de eisen van artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad benadrukte dat artikel 353 Sv enkel betrekking heeft op voorwerpen die in de zaak van de verdachte zijn in beslag genomen, en niet op die van medeverdachten. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze geen beslissing bevatte over het inbeslaggenomen voorwerp onder beslagnummer 21 en de overige voorwerpen, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling.