ECLI:NL:HR:2011:BP9397
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van klager in klaagschrift inzake beslag op inbeslaggenomen personenauto
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij de klager niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn klaagschrift. De klager had een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, nadat zijn personenauto, een Opel Corsa, op 4 april 2009 in beslag was genomen. De Rechtbank oordeelde dat er geen beslag meer rustte op de auto, omdat deze inmiddels aan een ander was geretourneerd. Hierdoor zou de klager geen belang meer hebben bij zijn klaagschrift, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de klager niet-ontvankelijk was. De Hoge Raad stelde vast dat er geen toepassing was gegeven aan artikel 116, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, wat betekent dat het beklag van de klager het rechtskarakter had van een beklag omtrent het voornemen van de Officier van Justitie om het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene terug te geven.
De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de bestreden beschikking vernietigd moest worden en dat de zaak opnieuw behandeld moest worden. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en de beschikking vernietigd, waardoor de klager alsnog in zijn klaagschrift kan worden ontvangen.