ECLI:NL:HR:2011:BP9397

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00531 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van klager in klaagschrift inzake beslag op inbeslaggenomen personenauto

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij de klager niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn klaagschrift. De klager had een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, nadat zijn personenauto, een Opel Corsa, op 4 april 2009 in beslag was genomen. De Rechtbank oordeelde dat er geen beslag meer rustte op de auto, omdat deze inmiddels aan een ander was geretourneerd. Hierdoor zou de klager geen belang meer hebben bij zijn klaagschrift, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring.

De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de klager niet-ontvankelijk was. De Hoge Raad stelde vast dat er geen toepassing was gegeven aan artikel 116, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, wat betekent dat het beklag van de klager het rechtskarakter had van een beklag omtrent het voornemen van de Officier van Justitie om het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene terug te geven.

De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de bestreden beschikking vernietigd moest worden en dat de zaak opnieuw behandeld moest worden. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en de beschikking vernietigd, waardoor de klager alsnog in zijn klaagschrift kan worden ontvangen.

Uitspraak

24 mei 2011
Strafkamer
nr. 10/00531 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 22 september 2009, nummer RK 09/1925, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, domicilie kiezende te [plaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. M.J.M. Strijbosch, advocaat te Eindhoven, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage teneinde op het bestaande klaagschrift opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel bevat de klacht dat de Rechtbank de klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag.
2.2. De Rechtbank heeft de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klaagschrift. De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"Vast staat dat bedoelde personenauto van het merk:
Opel Corsa met kenteken [AA-00-BB] op 4 april 2009 onder klager in beslag is genomen.
Gebleken is dat de inbeslaggenomen personenauto inmiddels aan een ander dan klager is geretourneerd. Derhalve rust er geen beslag in de zin van artikel 552a Sv meer op de personenauto en dient de rechtbank klager wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klaagschrift."
2.3. In cassatie moet ervan worden uitgegaan dat geen toepassing is gegeven aan art. 116, derde lid, Sv. Onder deze omstandigheden moet het ervoor worden gehouden dat het beklag het rechtskarakter heeft van een beklag omtrent het voornemen van de Officier van Justitie om in afwijking van de hoofdregel van art. 116 Sv het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene (klager) te doen teruggeven, alsof deze teruggave nog niet had plaatsgevonden (vgl. HR 30 januari 1996, NJ 1996/526).
2.4. Blijkens het onder 2.2 weergegevene heeft de Rechtbank het voorgaande miskend. Het middel is gegrond.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2011.